Hoe herkent je lichaam ziekteverwekkers?
Herkenning
Er zijn dus twee soorten verdedigers en deze herkennen ziekteverwekkers op hun eigen manier.
1 Vreetcellen of macrofagen
De vreetcellen richten zich op bacteriën die zijn binnen gedrongen in het lichaam. De vreetcellen zitten in het bloed en kruipen door de wand van het bloedvat op weg naar een bacterie. Als de vreetcellen daar aan komen 'eten' deze de bacterie op en verteren deze. De bacterie gaat op deze manier dood en kan geen ziekte veroorzaken. Als de vreetcellen hun werk hebben gedaan gaan deze ook dood. Als er veel bacteriën zijn om te bestrijden kan er bij een wondje pus of etter ontstaan. Pus of etters zijn dode witte bloedcellen, dode bacteriën en kapotte huidcellen.
De herkenning van bacteriën door vreetcellen is niet specifiek. Dit betekent dat vreetcellen elke niet-lichaamseigen organisme of cellen aanvallen. Vreetcellen vallen dus elke bacterie aan.
2 Antistofcellen: B cellen en T cellen
Andere witte bloedcellen maken antistoffen, waarmee ziekteverwekkers bestreden worden. Deze antistoffen gaan op een ziekteverwekker zitten en schakelen deze uit. Antistoffen verdedigen het lichaam tegen virussen. Een verschil met de vreetcellen is dat één antistof tegen één soort ziekteverwekker werkt.
De herkenning van de ziekteverwekker gebeurt aan de hand van de eiwitten op de buitenkant van een ziekteverwekker. Deze eiwitten aan de buitenkant heten antigenen. Elke ziekteverwekker heeft zijn eigen antigenen. Deze antigenen hebben dan hun eigen specifieke vorm. De antistoffen passen precies op deze antigenen. De antistoffen van bijvoorbeeld een verkoudheid passen niet op antigenen van een griepvirus.
Bekijk nu het filmpje 'Hoe werkt mijn immuunsysteem'
Maak jouw eigen website met JouwWeb