Wat voor soort immuniteiten zijn er?

Immuniteit 

Immuniteit betekent het niet meer ziek kunnen worden door een bepaalde ziekteverwekkers. Er zijn twee soorten immuniteiten die voor kunnen komen.

 

1: Actieve immuniteit. Deze krijg je na een inenting. Het lichaam gaat zelf aan het werk om antistoffen te maken. Het verkrijgen van actieve immuniteit kan alleen voordat je ziek wordt. 

 

2: Passieve immuniteit. Als het te laat is voor inentingen, want je bent bijvoorbeeld al ziek door een ziekteverwekker, kan een dokter een antiserum inspuiten. Een antiserum is een prik met daarin antistoffen. Deze antistoffen zijn dus niet gemaakt door het lichaam. 

De twee vormen immuniteit worden verschillend gebruikt. Het vaccineren moet dus plaatsvinden voordat een ziekteverwekker een ziekte kan veroorzaken. Als je bent gevaccineerd ben je voor je hele leven immuun. Bij passieve immuniteit ben je al ziek en is het fijn dat de antistoffen die ingespoten worden jou gaan beschermen. Het nadeel is dat je lichaam zelf geen antistoffen heeft gemaakt en dus geen geheugencellen heeft gemaakt. Je wordt de volgende keer weer ziek als deze ziekteverwekker in het lichaam is binnen gedrongen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb